Ouders die na maanden borstvoeding de overstap willen maken naar af-en-toe een flesje, krijgen ineens te maken met een fles”weigeraar”. Zielig voor je kindje, die heeft honger maar weet zich geen raad met de nieuwe manier van drinken. En vervelend voor jou! Na maandenlange inspanning had je het idee dat je eindelijk weer een stukje vrijheid terug zou krijgen. Je bent niet de enige die dit overkomt en op internet word je overspoeld met tips. Maar, wat werkt, en wat werkt niet?
Allereerst is het van belang dat je weet hoe het drinkgedrag van je kindje wordt bepaald en hoe een flesweigeraar ontstaat.
Direct vanaf de geboorte is er bij baby’s sprake van reflexmatig drinken. Een aantal voedingsreflexen speelt hierbij een rol. Deze reflexen helpen het kindje bij het leren drinken. Dit is een motorische vaardigheid. In de eerste maanden gaan baby’s van meer reflexmatig en onwillekeurige bewegingen, naar meer bewuste, willekeurige motoriek. Je herkent dat vast wel bij de andere bewegingen die je kindje maakt: van onwillekeurig bewegen met armen en benen, probeert kindje na een paar maanden waarschijnlijk al gericht om een speeltje te pakken! Tijdens de eerste maanden verdwijnen de voedingsreflexen dus langzaam. Er komt aangeleerd drinken voor terug.
En dit is waar het mis kan gaan. Door een kindje maandenlang de borst aan te bieden, leert hij/zij ook willekeurig uit te drinken. Maar sommige baby’s krijgen onvoldoende oefening om ook willekeurig te drinken uit de fles. Je kindje heeft eigenlijk geen idee wat hij ermee aan moet, omdat er simpelweg onvoldoende ervaring is en hij geen gebruik meer kan maken van de voedingsreflexen.
Wat kan ik doen om te voorkomen dat mijn baby de fles niet meer begrijpt?
Om te voorkomen dat je een flesweigeraar krijgt, is het advies om ongeveer een maand na de geboorte te beginnen met het af en toe oefenen met een flesje. Vervang om de dag een borstvoeding door een flesvoeding zodat je kindje leert om de melk via een flesje binnen te krijgen. Wees niet bang voor tepel-speenverwarring, je kindje zal in eerste instantie gebruik maken van de aangeboren zuigreflexen (zoals hierboven beschreven). Door af en toe een flesje aan te bieden leert je baby – naast drinken uit de borst – ook goed drinken uit de fles.
Het internet staat vol met tips en adviezen hoe je als ouder om kan gaan met een flesweigeraar. Echter houden veel van deze tips geen rekening met de leeftijd van je kindje, terwijl dit wel belangrijk is. Voor een flesweigeraar van 3 maanden is een andere aanpak vereist dan voor een kindje van 6 maanden die de fles weigert. Omdat de aanwezigheid van de voedingsreflexen enorm verschilt.
Hoewel de willekeurige motoriek geleidelijk aan toeneemt, is er nog wel reflexactiviteit aanwezig waar je gebruik van kan maken.
Na 5-6 maanden zal je kindje vooral de willekeurige motoriek gebruiken om te drinken. Bied je na 5 maanden pas voor het eerst een flesje aan, dan vergt dit daarom een andere aanpak.
Een preverbaal logopedist kan je begeleiden bij de borst- en flesvoeding, het combineren ervan en ook bij het leren drinken uit andere bekers en het eten van hapjes en stukjes. Met een verwijsbrief van een arts valt deze zorg onder de basisverzekering.
Volmondig Logopedie is gespecialiseerd in preverbale logopedie en heeft veel ervaring met borstgevoede baby’s die niet meer uit de fles drinken.
Over de auteur