Stel, je baby wordt behandeld vanwege een kort tongriempje.
Met laseren of wegbranden (met elektrotoom) van de tongriem, ontstaat in veel gevallen een ruitvormige wond. Dit zorgt ervoor dat er meer (bewegings)ruimte onder de tong komt. Het duurt 10 dagen voordat het wondje dicht is en 6 weken voordat het volledig geheeld is.
Wanneer er enkel een knipje wordt gegeven in het tongriempje, ontstaat er geen ruitvormige wond.
Vaak krijg je als ouder het advies om ‘nazorgoefeningen’ te doen. Wat is het doel van deze nazorg?
1. Zorgen dat de wond goed geneest
Bij genezing wil je dat de ‘ruit’ blijft bestaan en daarvoor is nazorg bedoeld. Je houdt de wond als het ware wat langer open zodat de randen van de ruit niet verticaal naar elkaar toe groeien. Om ‘teruggroei’ of ‘verkleving’ van het tongriempje te voorkomen, worden vaak oefeningen aangeraden. Welke oefeningen het zijn, verschilt. Vaak is het een combinatie van masseren of stretchen van de wond, de juiste tongpositie in rust uitlokken en ‘tongspelletjes’ zoals oefenen met de tong naar boven, naar voren en naar de zijkant doen. Deze moet je meestal twee tot zes weken na de ingreep blijven doen. Soms wordt gezegd, twee keer per dag, soms zes keer en soms iets er tussenin.
Eerst even over de verkleving/teruggroeien van de tongriem. We weten uit onderzoek dat ongeveer 0,5-1% van de baby’s hier last van heeft. Een wond in de mond herstelt zeer snel en er wordt gezegd dat dit de reden is dat massage nodig is, om te voorkomen dat de wond te snel dichtgroeit. Ik heb echter ook experts gesproken die aangeven dat er méér littekenweefsel zal ontstaan wanneer je een wond tijdens het genezingsproces ‘stoort’.
Het is dus de vraag of massage en stretching werkelijk zinvol zijn.
2. Zorgen dat je baby snel goed gaat doen wat hij ‘moet’ doen: drinken uit de borst en/of fles
Dit is natuurlijk het doel van de ingreep: betere functionele mogelijkheden met de tong!
Voor een pasgeboren baby is de functie van de tong eigenlijk alleen maar: zuigen. Hier moet dus ook de belangrijkste focus liggen.
Tijdens het drinken aan de borst, ontstaat er suctie doordat de onderkaak daalt. Hierdoor ontstaat er spanning onder de tong, op de plek waar de tongriem is gekliefd. Dat komt doordat de tong een vacuüm creëert. De tong is verbonden aan de onderkaak en bij het zuigen beweegt de onderkaak naar beneden. Oftewel, het is te beredeneren dat zuigen aan de borst en natuurlijke stretch geeft van het weefsel onder de tong. En wat nu zo mooi is: de melk én het zuigen werken tegelijkertijd kalmerend en pijnstillend.
Bij drinken uit de fles vindt deze stretching eveneens plaats, maar in mindere mate. Dit is omdat de intra-orale druk bij drinken uit de fles anders is dan bij drinken aan de borst (De Groot, 2024).
Wat zijn de ervaringen van ouders met deze nazorg?
De massage van de wond is pijnlijk voor een baby en daardoor logischerwijs naar om te doen voor de ouder en niet bevorderlijk voor de positieve interactie tussen de ouder en de baby. Ongeveer de helft van de ouders geeft aan dat ze de geadviseerde massage niet of niet volledig hebben uitgevoerd, vaak omdat het pijnlijk was voor de baby of omdat het lastig uit te voeren was. (Bhandarkar, Dar, Karia & Upadhyaya, 2022).
In de praktijk hoor ik vaak dat ouders de nazorg niet hebben gedaan omdat ze het naar vonden hun baby pijn te doen. Maar ook dat ouders de nazorg hebben gedaan, terwijl het volledig tegen hun gevoel in ging, omdat ze bang waren dat de ingreep anders ‘voor niets’ zou zijn geweest.
Wat weten we eigenlijk over het nut en de noodzaak van deze massage?
Er wordt vaak gezegd ‘er is te weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan, we weten niet of het nodig is om deze nazorg te doen’.
Echter, ik vind dat dit de halve waarheid is. Er is namelijk in 2022 een studie verschenen waarin 632 baby’s zijn betrokken. Uit dit onderzoek blijkt dat er géén verschil is tussen de groepen die wél en die géén nazorg kregen geadviseerd. In beide groepen dronken evenveel baby’s na de ingreep succesvol aan de borst en er was ook geen significant verschil in het aantal baby’s waarbij de tongriem opnieuw teruggroeide (Bhandarkar, Dar, Karia & Upadhyaya, 2022). Er is géén bewijs dat massage van de wond betere uitkomsten geeft van de behandeling van de tongriem bij een zuigeling (LeFort et al, 2021).
Mijn advies:
1) Win informatie in over het doen van nazorg bij je zorgverleners. Weeg deze informatie af en beslis, wat voor jullie en jullie baby de beste oplossing lijkt. De BRAINS-methode kan je helpen bij de afweging.
2) Leg de baby frequent live aan de borst na de ingreep. Of: geef de fles, min. 7x per dag. Oefen met een lactatiekundige of preverbaal logopedist om je baby goed te laten aanhappen en zuigen! Dit is de beste en meest passende oefening voor je baby.
3) Geef je baby pijnstilling als je ook maar enigszins denkt dat de baby pijn heeft.
4) Overweeg om de sleeping tongue posture hold oefening te doen met je baby. Link naar Youtube.
5) ‘Bodywork’: een kindermanueel fysiotherapeut, osteopaat of chiropractor kan de voorwaarden scheppen om je baby op een juiste manier te laten bewegen tijdens de voedingen. Deze behandeling is kan van nut zijn om in te zetten vóór de eventuele tongriem-ingreep en ook daarna.
Veel dank!
Veel dank aan Nike Mencke, verloskundige en lactatiekundige, voor haar feedback die dit artikel beter maakte. www.roomborstvoeding.nl
Bronnen
Bhandarkar, K. P., Dar, T., Karia, L., & Upadhyaya, M. (2022). Post Frenotomy Massage for Ankyloglossia in Infants-Does It Improve Breastfeeding and Reduce Recurrence?. Maternal and child health journal, 26(8), 1727–1731.
Groot, S. de , Gerven, M. van, Haaften, L. van,, Lagarde, M. & Hulst, K. van, Lagarde, M., Scholten, S., Engel-Hoek, L. van den, (2024). Eet- en drinkproblemen bij jonge kinderen. Assen: Van Gorcum.
LeFort, Y., Evans, A., Livingstone, V., Douglas, P., Dahlquist, N., Donnelly, B., Leeper, K., Harley, E., & Lappin, S. (2021). Academy of Breastfeeding Medicine Position Statement on Ankyloglossia in Breastfeeding Dyads. Breastfeeding medicine : the official journal of the Academy of Breastfeeding Medicine, 16(4), 278–281.
De onderlip en bovenlip hebben ieder hun eigen frenulum. Dit heet het lipbandje, lipriempje of lipfrenulum.
Soms krijgen ouders het advies dit te laten knippen, laseren of behandelen met elektrotoom om de (borst)voeding te verbeteren. Heeft dit een positieve invloed op de (borst)voeding? Wat zegt de wetenschappelijke literatuur?
Even wat feiten op een rij:
1. 83 – 93 % van de baby’s heeft een kort lipbandje. (Post & Hendriks, 2018). Dit kan beschouwd worden als fysiologisch normaal. (Baart & Bosgra, 2004). Uit onderzoek blijkt dat, met de huidige classificaties, het niet mogelijk is om een betrouwbare beoordeling te doen van wat een kort lipbandje is. (So, Jenks, Ryan, Tunkel, McKenna Benoit & Walsh, 2022).
2. Het is een misverstand dat de bovenlip naar buiten gekruld moet zijn tijdens de borst- of flesvoeding.
De ónderlip moet naar buiten gekruld zijn, omdat de mond wijd om de tepel heen moet en de tong tijdens het zuigen over de onderkaak ligt.
Echter, de bovenlip dient neutraal te zijn of licht naar buiten gekruld. (Bron: Wambach & Spencer).
3. Er zijn ook mogelijke tandheelkundige gevolgen van een kort lipbandje. Onder andere: een kort lipbandje kan zorgen voor ‘pockets’ boven de voortanden, waar vuil in kan blijven zitten. Poetsen is dan heel moeilijk en de tanden kunnen hierdoor beschadigen. Dit kan een reden zijn het lipbandje te behandelen in overleg met een tandarts. (Baart & Bosgra, 2004).
4. Het is heel moeilijk te bepalen of de voeding verbetert door deze ingreep. In bijna alle gevallen worden in Nederland namelijk het lipbandje en het tongriempje op dezelfde dag behandeld. Wanneer de (borst)voeding vervolgens beter verloopt, is dus niet te zeggen of dat het resultaat is van de behandeling van het lipbandje, of van het tongriempje. (Post & Hendriks, 2018). Van een kort tongriempje is uit wetenschappelijk onderzoek wel bekend dat dit van negatieve invloed is op de borstvoeding.
Mijn advies?
Besef dat het ongelofelijk ingewikkelde materie is en dat iedere situatie anders is. Stel vragen aan je zorgverlener, bespreek de informatie met je partner of iemand anders die je vertrouwt. Vraag eventueel bedenktijd zodat je een zorgvuldige afweging kunt maken over een eventuele ingreep.
De aangewezen persoon om je te helpen bij borstvoedingsproblemen, is een lactatiekundige en bij flesvoedingsproblemen een preverbaal logopedist. Schakel ze in, want daar zijn ze voor.
Bronnen
Baart J. & Bosgra, J. (2004). Te kort of hypertrofisch frenulum van de bovenlip. Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde, 111, 174-178.
Post, E.D.M., Hendriks, J.K. (2018). Strakke lipriempjes bij neonaten, de zin of onzin van behandelen. Tijdschrift Jeugdgezondheidszorg 50, 58–63.
So, R. J., Jenks, C., Ryan, M. A., Tunkel, D. E., McKenna Benoit, M. K., & Walsh, J. M. (2022). Upper lip tie: A novel classification scale with improved inter-rater reliability. Laryngoscope investigative otolaryngology, 7(5), 1611–1617.
Wambach K., Spencer B. (2019). Breastfeeding and human lactation (6th ed.). Jones & Bartlett Learning.
Dit is waar je écht op moet letten om verslikken en stikken bij jonge kinderen te voorkomen.
💡 Je leest vaak dat je voedingsmiddelen in stukken van een bepaalde grootte moet snijden, om te voorkomen dat kinderen zich verslikken, of zelfs stikken.
Dit is zeker aan te raden, maar het daadwerkelijke gevaar op verslikken is daarmee niet automatisch verdwenen.
💡De meeste ouders zijn namelijk prima in staat om in te schatten wat hun kind al veilig kan kauwen. Zij hebben dus geen precieze ‘regels’ nodig.
💡Het daadwerkelijke verslikkingsgevaar ontstaat als kinderen zonder direct toezicht eten, en wanneer zij bijvoorbeeld bewegen/rondlopen tijdens het eten.
💡Dit gebeurt typisch… Op feestjes.
Ongelukken gebeuren bijvoorbeeld ook met watermeloen 🍉 , knakworstjes en popcorn 🍿 .
💡 Ook stikken in andere voorwerpen komt voor, bijvoorbeeld muntjes, balletjes, viltstiftdoppen of… stukjes kapotte ballon.
💡 Een kind dat stikt, maakt geen geluid. Het kind kan namelijk niet ademen… (Soms hoor je een piepende ademing).
Hoe houd je het veilig?
➡️ Check de speelomgeving op veiligheid
➡️ Zorg dat je kind rustig zit (of staat) tijdens het eten
➡️ Houd altijd toezicht tijdens het eten
➡️ Zorg dat je weet hoe te handelen bij verstikking (volg een cursus kinder-ehbo).
📢 Wie zou dit ook moeten weten? Stuur dit artikel door!
Wat is proppen?
Proppen is wanneer een kind te grote happen neemt, of meerdere happen snel achter elkaar neemt, waardoor de mond te vol zit. Het wordt dan moeilijker om controle te houden over het voedsel en om te kauwen.
(Ik schrijf in deze post over kinderen, maar ook volwassenen kunnen natuurlijk proppen 😉 )
Waarom zou een kind proppen? En wat kun je doen wanneer je kind propt?
💡Mogelijke redenen voor proppen:
✏️Het kind eet zelf en heeft nog niet voldoende geleerd om een hap van de juiste grootte te nemen, of om met zijn vingers kleine stukjes op te pakken. Let op: het kan per substantie/voedingsmiddel verschillen, hoe goed een kind dit al kan.
✏️Uitproberen. Een kind weet simpelweg nog niet dat het in de problemen komt als het de mond te vol stopt. There’s only one way to find out! Dit hoeft helemaal geen probleem te zijn.
✏️Te weinig bewustzijn in de mond. Sommige kinderen voelen met name bij zachte dingen, te weinig wat er in hun mond gebeurt.
💡Wat kun je doen wanneer je kind propt:
✏️Laat je kind gewoon verder oefenen. Het proppen kan een fase in de ontwikkeling zijn die erbij hoort. Door te doen, leert een kind vanzelf zijn grenzen kennen.
✏️Pas de grootte van de stukjes aan, aan de mogelijkheden van je kind. Zo kan je kind zelf eten, maar kan hij minder proppen.
✏️ Maak aanpassingen aan het eten, die passen bij de ontwikkeling van je kind én uitdagend genoeg zijn, zodat het kind iets nieuws leert.
Als je zorgen hebt over het proppen van je kind, of het brengt stress tijdens de maaltijden, bijvoorbeeld door dat je kind zich vaak verslikt, dan is het verstandig om een preverbaal logopedist in te schakelen.
Baby’s kunnen zelf eten!
Het is vaak handig om te beginnen met een wat dikkere substantie, zoals aardappelpuree of stamppot.
Maar welke lepel ligt nu lekker in de hand? Binnen onze praktijk adviseren we vaak deze lepel van Munchkin of van J&mp.
Misschien heb je weleens gehoord “Food under one is for fun”. Ik ben het daar niet mee eens. Niet alles wat rijmt, is waar ;-). Food under one is MAINLY for fun.
Ik zal je 5 redenen geven waarom het nuttig is voor baby’s om vast voedsel te gaan leren eten.
Meer weten over het starten met vaste voeding bij je baby? Of je nu met een lepel wilt starten, of met stukken (Baby Led Weaning), of het juist nog helemaal niet weet wat handig voor jullie is… Je leert er alles over in de Hapklare oudercursus. Klik hier voor meer informatie.
Rapley, BLW of Kleintjes-methode… Wat zijn de verschillen?
Ik (Maaske) spreek (tot nu toe) toch het liefst van Baby Led Weaning. Er is een boek met deze titel van Gill Rapley. In Nederland is dit in de volksmond “de Rapley-methode” geworden. Maar Gill Rapley zelf, heeft het nooit bedoeld als een methode.
Het is vooral een visie.Een visie op hoe kinderen leren zelf te eten. Hoe ze op hun eigen manier en eigen tempo de overgang maken van melk naar zelfstandig eten en drinken uit een beker.
Wij volwassenen zouden het kind moeten volgen en begeleiden in deze ontwikkeling. Onze rol is het kind vertrouwen geven, het kind helpen, ondersteunen (soms letterlijk) en ‘voeden’. Dat wil zeggen dat je als ouder voedzame voeding aan je kind aanbiedt, op een veilige manier. Je kind bepaalt dan óf, hoe en hoeveel het op dat moment zal eten. De baby in de ‘lead’ dus!
Om dit als ouder op de juiste manier te doen, moet je goed naar je kind kijken, naar je intuïtie luisteren én jezelf goed informeren. Niet informeren over schema’s. Niet teveel details over hoe groot je de stukjes zou moeten snijden voor welke leeftijd. Want geen kind is gemiddeld, dus het is veel nuttiger dat je leert kijken naar je eigen kind.
Maar natuurlijk heb je wel informatie nodig over mogelijke gevaren zoals verstikking. Over het verschil tussen kokhalzen en verslikken. Over het belang van gevarieerde voeding en waar je dan extra op kunt letten. Over wat een normale ontwikkeling is. En over wat óók een normale ontwikkeling is.
Wij zijn Volmondig Logopedie.
Als preverbaal logopedisten helpen wij baby’s bij wie leren eten niet vanzelf gaat, en hun ouders. En binnenkort start de “Hapklare oudercursus”. Klik hier voor meer informatie.
Onze missie is: dat alle ouders vol vertrouwen én plezier hun kind kunnen voeden, zodat alle kinderen kunnen opgroeien tot blije eters!
#volmondig #flesvoeding #borstvoeding #rapleymethode #rapley #kleintjesmethode #babysetenzelf #babyledweaning #blw #preverbalelogopedie
Donderdag 17 november 2022 is het Wereld Prematurendag. Ruim 7 procent van de baby’s in Nederland wordt te vroeg geboren. Dat zijn jaarlijks meer dan 11.000 te vroeg geboren baby’s. Op Wereld Prematurendag wordt extra aandacht gevraagd voor de problemen rond een vroeggeboorte en de wereld van neonatologie. Preverbaal logopedist Maaske Treurniet vindt het belangrijk dat er ook vanuit haar vakgebied genoeg aandacht is voor deze dag: “preverbale logopedie kan een grote bijdrage leveren aan de ontwikkeling van vroeggeboren kindjes”.
Foto: Marischa’s fotografie – www.marischasfotografie.nl
Prematuur geboren kinderen kunnen aanvankelijk niet zelf drinken en krijgen voeding via een voedingssonde. Zodra de baby hier aan toe is, wordt langzaam de overstap naar zelf drinken gemaakt totdat er een volledige voeding zelfstandig gedronken wordt. Bij kinderen die problemen met hun darmen of longen hebben, kan het langer duren voordat zij van de sondevoeding af zijn. Soms gaat het niet zo gemakkelijk om een kind te laten drinken. Mondmotorische problemen, een weinig ontwikkeld hongergevoel of negatieve ervaringen in het mond- en keelgebied (overgeven, sonde inbrengen) kunnen problemen veroorzaken. Bij deze kinderen kan een preverbaal logopedist ingeschakeld worden.
Preverbale logopedie
Maaske legt uit op welke manier zij prematuur geboren kinderen en hun ouders kan helpen: “een preverbaal logopedist helpt bij het op gang brengen van de voeding – vaak in het ziekenhuis – en kan vervolgens ook de ouders (thuis) begeleiden om met vertrouwen zelf hun kind te kunnen voeden. Denk hierbij ook aan de overgangen in het eerste jaar zoals van borst- naar flesvoeding of van borst of fles naar lepelvoeding. Vervolgens leert een kind ook stukjes eten, gaat het uit een beker drinken en uiteindelijk zelfstandig eten. De logopedist volgt de ontwikkeling samen met de ouders om eventuele problemen vroegtijdig te herkennen en oplossen. Ook helpen ze de ouders en het kind om na een spannende eerste periode weer vertrouwen en plezier te hebben in de eetsituatie”.
In sommige gevallen is zelf eten en drinken (nog) niet mogelijk, ook dan kijkt de logopedist mee: “we helpen de ouders om in de tussentijd wel zoveel mogelijk de mondmotoriek te stimuleren. Dan gaat het echt om de voorbereidende fase voor het leren drinken en eten”, aldus Maaske.
Eerder naar huis
Kinderen die prematuur geboren worden, blijven in het ziekenhuis totdat zij sterk genoeg zijn om naar huis te kunnen. Wanneer het kindje goed groeit, geen constante professionele zorg meer nodig heeft én de temperatuur stabiel is, mag het in principe met de ouders mee naar huis. “Voorheen was zelfstandig kunnen drinken één van de ontslagcriteria voor prematuurgeboren kinderen, maar we zien steeds vaker dat baby’s eerder naar huis mogen. Ouders leren dan in het ziekenhuis om zelf sondevoeding te geven en worden hier thuis ook in begeleid”, aldus preverbaal logopedist Maaske. “Dit maakt dat bedden eerder vrijkomen in de ziekenhuizen, wat in deze tijden van personeelskrapte geen overbodige luxe is. Bovendien zijn zowel ouders als kind meer ontspannen in de thuissituatie. Als het drinken zonder de sonde geen voorwaarde voor ontslag meer is, is er geen druk meer en kan het kind op zijn eigen tempo leren drinken”.
Preverbale logopedie
Maaske is lid van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie (NVLF) & Foniatrie en de Nederlandse Vereniging voor Preverbale Logopedie (NVPL). Meer informatie over preverbale logopedie en een zoekkaart voor een preverbale logopedist in je buurt, is te vinden op www.nvpl.nl
Geef je borstvoeding, en wil je dat je baby ook de fles leert drinken? Hieronder enkele tips om te zorgen dat dit goed slaagt. Deze tips gelden voor a-term geboren baby’s, vraag bij een prematuur advies aan een professional.
Wanneer een kind selectief of kritisch eet, is er soms een deel van de oorzaak te vinden in de mondmotoriek van het kind. Een kind kan bepaalde structuren of voedingsmiddelen lastig vinden om te verwerken en daarom deze voedingsmiddelen liever links laten liggen. Of een kind kan door ervaringen in het verleden een associatie hebben gekregen met bepaalde voeding.
Ervaring opdoen met eten
Het leren eten duurt ongeveer twee jaar. Het kind doet veel ervaringen op. Het maakt kennis met eten door te kijken, voelen, ruiken, proeven… De ervaringen zijn vaak positief, maar soms ook negatief. Bijvoorbeeld, het kind heeft erg moeten kokhalzen van gladde voeding met stukjes erin. Of, het kind heeft veel gespuugd door reflux. Belangrijk om te beseffen is, dat herhaling maakt dat een kind leert. Dat kan in positieve zin zijn, maar ook in negatieve zin. Een kind dat veel spuugt, zal ook makkelijker gaan spugen.
Ik hoor vaak de uitspraak ‘het is een sensorisch probleem’. Echter, in de ontwikkeling zijn motoriek en sensoriek niet van elkaar los te koppelen. Soms had een kind aanvankelijk geen sensorische problemen, maar heeft het kind een negatieve ervaring gehad. Het kind is dan extra alert geworden rondom bepaalde voeding of categorieën van voedingsmiddelen.
Kleine stapjes
Hoe kun je je kind dan toch uitnodigen om nieuwe dingen te gaan proberen?Het eten dat je kind wél eet, heeft allerlei eigenschappen. Bijvoorbeeld de smaak, de structuur, de temperatuur, de kleur, etcetera. Rekening houden met de eigenschappen van voeding, kan helpen om je kind aan nieuwe dingen te laten wennen. Je gebruikt daarvoor de ‘zone van naaste ontwikkeling’, een model van Vygotsky.
Bron van deze afbeelding: https://www.x11.nu/nieuws/ontwikkelingsgericht-onderwijs-op-x11
Samen met een therapeut, zoals een logopedist, kun je een goed overzicht maken wat je kind al wél eet en wat voor jouw kind een volgend stapje kan zijn binnen zijn zone van naaste ontwikkeling. De logopedist let er natuurlijk op dat de stapjes ook passen bij de (motorische) ontwikkeling van jouw kind. Dit is nog belangrijker wanneer je kind misschien een achterstand heeft, bijvoorbeeld doordat hij prematuur geboren is, een syndroom heeft of een algehele ontwikkelingsachterstand heeft.
Preverbale logopedie
Een preverbaal logopedist heeft zich gespecialiseerd in eet- en drinkproblemen bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Ook als een kind nog niet goed eet of drinkt, terwijl het ouder is dan 2 jaar, kan een preverbaal logopedist ook iets betekenen, omdat we hierbij een ontwikkelingsleeftijd van 2 jaar aanhouden. Bij 2 jaar zou de eet- en drinkontwikkeling min of meer afgerond moeten zijn, waarbij het kind zelfstandig mee-eet met het gezin.
Hoe herken je problemen met kauwen?
Sommige kinderen lijken goed te kauwen, terwijl ze in werkelijkheid niet of niet goed kauwen. Het kán zo zijn dat je kind daarom bepaalde voedingen (bijvoorbeeld harde voeding, taaie voeding, droge voeding, kleffe voeding).
Denk je dat dat misschien speelt bij jouw kind? Kijk eens naar de volgende dingen. Vanaf 18 maanden mag je verwachten dat je kind dit meestal goed kan:
Zie je deze problemen terug, dan is de cursus ‘BOOST de mondmotoriek van je kind’ mogelijk iets voor jou. Meer informatie vind je op www.volmondigacademy.nl
Maak je je zorgen over je kind, bespreek deze dan met je huisarts, consultatiebureau of tandarts. Mogelijk vinden zij het nodig om je kind door te verwijzen naar een logopedist.
Hoe herken je problemen met de mondmotoriek?
Je kunt je kind eens observeren in rust (bijvoorbeeld tijdens het kijken van een filmpje), tijdens het slapen en tijdens een activiteit, bijvoorbeeld wanneer je kind zit te spelen.
Let eens op de volgende dingen:
– zit je kind vaak met de mond open?
– hangt de tong laag in de mond of uit de mond?
– ademt je kind vaak door de neus?
– slaapt je kind met de mond open?
– heeft je kind zuiggewoonten zoals fopspeen-/duim-/of vingerzuigen
– zie je een open beet of een overbeet bij het gebit van je kind?
– snurkt je kind?
– is er veel knarsentanden?
Zie je deze problemen terug, dan is de cursus ‘BOOST de mondmotoriek van je kind’ mogelijk iets voor jou. Meer informatie vind je op www.volmondigacademy.nl
Maak je je zorgen over je kind, bespreek deze dan met je huisarts, consultatiebureau of tandarts. Mogelijk vinden zij het nodig om je kind door te verwijzen naar een logopedist.
Wanneer kun je het beste contact opnemen met een (preverbaal) logopedist?
Hieronder nog een lijstje van verschillende problemen waarmee je naar een preverbaal logopedist kunt.